+31 (0) 6 – 132 61 532
+31 (0) 6 – 132 61 532

Bodemsanering

Wanneer is er een Bodemsanering nodig?

Niet bij iedere gevonden bodemverontreiniging is er een bodemsanering nodig. Daarom maar eerst even wat uitleg!

Bodemsanering

Niet alle stoffen zijn altijd even schadelijk. Van stoffen die wel schadelijk kunnen zijn in een bepaalde hoeveelheid, is een stoffenpakket samengesteld (het zogenaamde NEN-pakket) waarop de grond en het grondwater moeten worden getest.

Als er uit het bodemonderzoek blijkt dat meer dan 25 m³ grond en/of 100 m³ grondwater verontreinigd is tot boven de interventiewaarde met een of meerdere stoffen uit dit pakket, spreekt men van een “ernstig geval  van bodemverontreiniging”. Deze interventiewaarde is door de overheid vastgesteld.

In zo’n geval moet het worden opgeruimd of de contactmogelijkheden worden weggenomen en spreekt men van een bodemsanering.

Verontreinigingen die na 1987 zijn ontstaan, moeten sowieso volledig worden opgeruimd. Men spreekt dan van een “nieuw geval”. Het jaartal 1987 is gekozen omdat vanaf die tijd iedereen op de hoogte kon zijn van de gevolgen van dumping en dergelijke.

Welke manieren van saneren zijn er ?

De manier van saneren hangt af van de soort verontreinigingen

  1. Immobiele verontreinigingen: Deze verontreinigingen worden meestal ontgraven of afgedekt met bijvoorbeeld verharding. (geen contactmogelijkheden!)
  2. Mobiele verontreiniging: Vaak worden deze in-situ gesaneerd, dat wil zeggen dat de verontreiniging niet ontgraven wordt, maar ter plaatse behandeld wordt. Voorbeeld van een dergelijke sanering is bijvoorbeeld reinigen door biologische afbraak.

Tijdstip van bodemsanering:

Het tijdstip van saneren is vooral bij mobiele verontreiniging van belang:

Dit zijn verontreinigingen die zich wel verplaatsen. Over het algemeen zijn dit vloeistoffen of stoffen die gemakkelijk oplossen in het grondwater. Voorbeelden van zulke stoffen zijn olie, aromatische koolwaterstoffen (benzeen en dergelijk) per en tri. Bij deze stoffen kent men ook een niet-spoedeisende variant. Hiervan spreekt men als de stof zich maar langzaam verplaatst of als de verontreiniging klein is. Omstandigheden ter plaatse kunnen er de oorzaak van zijn dat dezelfde stof de ene keer wel en de andere keer niet spoedeisend is. Hele grote mobiele verontreinigingen zijn meestal wel spoedeisend. In dat geval moet er binnen vijf jaar met de sanering worden gestart.

Een aantal methoden van Bodemsanering:

  • Ontgraving (de ex-situ sanering)
  • Biologische reiniging of afpompen waarna het grondwater wordt gereinigd(de in-situ sanering)
  • Afdekken/inpakken(ook in-situ sanering)